In het Boeddhisme wordt veel belang gehecht aan de overdracht van spirituele kennis. Deze overdracht vindt plaats van leraar op leerling. De leerling leeft jaren bij zijn leraar en verzorgt deze. In ruil krijgt hij spirituele kennis, dit gebeurt niet alleen mondeling maar ook via praktische handelingen.
Praktijk en theorie gaan op deze manier hand in hand. De leerling wordt opgeleid tot hij door de leraar als gelijke wordt gezien. De leraar heeft de leerling niets meer te leren. Nu kan de leerling een andere leraar op zoeken en verder leren, maar hij kan ook zijn kennis zelf gaan uitdragen.
Door zijn leraar te eren, eert hij de ontvangen kennis. Ditzelfde geldt ook voor ouders. Zij zijn via de opvoeding ook overdragers van kennis. Door je ouders te eren, eer je de kennis die je van hen ontvangen hebt.
Deze Reiki-regel is ook uit te leggen als het tonen van respect voor je medemens. Ieder mens in je leven is in principe een liefdevol wezen, van wie je leert.